Gelimiteerde Herslag Gouden Rijder Goud Proof

  • Beroemde Nederlandse handelsmunt in gelimiteerde herslag van zuiver Goud (gehalte 999,9/1000)
  • Op basis van originele Gouden Rijder uit 1761 Utrecht van uitzonderlijk hoge kwaliteit
  • Uitgevoerd in hedendaagse specificaties: 1 Troy ounce wat gelijk staat aan 31,1 gram
  • De Rijders hebben in de rand de officiële internationaal erkende waarborg keurtekens als garantie voor het gebruikte edelmetaal
  • In hoge kwaliteit uitgevoerd in hedendaagse handelsspecificaties
  • De Gouden Rijders zijn gelimiteerd tot 250 stuks en individueel genummerd
  • Wordt geleverd inclusief luxe houten cassette

2.499,00

Categorie: Tag:

De gouden rijder werd voor het eerst uitgegeven in 1581 door de provincies Gelderland, Friesland en Overijssel, tegen een koers van 6 gulden. De naam gouden rijder grijpt terug op goudstukken uit de late middeleeuwen, zoals het goudstuk van Filips de Goede (1419-1467) uit de Bourgondische Nederlanden. De voorzijde toonde het provinciewapen met het opschrift: Concordia res parvæ crescunt, wat vrij vertaald ‘Eendracht maakt macht” betekent. De keerzijde toonde een geharnaste ridder met geheven zwaard op een steigerend paard. Met de muntordonnantie van 1606 bepaalde de Staten-Generaal van de Republiek dat de gouden rijder door alle provincies zou worden geslagen, behalve door Groningen.

Het slaan van de gouden rijder werd pas echt groot hervat nadat, in het begin van de 18e eeuw, de goudprijs was gedaald. Daardoor kwamen grote aantallen oude, gouden dukaten weer in omloop. Vele daarvan waren gesnoeid of versleten, zodat ze niet meer de goudwaarde van een dukaat hadden. De regering besloot om deze te lichte dukaten in te nemen, om te smelten en te vermunten tot nieuwe goudstukken. De gouden rijder leende zich daar natuurlijk uitstekend toe, ook vanwege het goudgehalte. Om de veiligheid van de munt te waarborgen en het snoeien tegen te gaan, werd de gouden rijder voorzien van een kabelrand. Door de gouden rijder een vaste koers van 14 gulden te geven en dit bedrag van 14 gulden ook op de munt te slaan, kon deze ‘ommunting’ winst opleveren. Zolang de goudprijs laag bleef, was het zelfs mogelijk om nieuw goud met winst te vermunten tot gouden rijders. Het is natuurlijk zeer interessant om de toenmalige echte waarde van de edelmetalen te achterhalen, zodat we kunnen achterhalen wat de overheden er aan verdienden. Het is echter bijna onmogelijk om dit na te rekenen, omdat de echte inflatie pas ontstaan is vanaf 1933, toen goud steeds meer werd ontkoppeld van de internationale munten. Wanneer we in de geschiedenis duiken is zilver het meest tastbare vergelijksmodel. De US Dollar is pas in 1785 ontstaan en vertegenwoordigde in 1792 35,54 gram zilver. In Nederland had je vanaf 1795 zilveren munten van drie gulden, waar 28,75 gram zuiver zilver in zat. Je zou destijds dus een verhouding van Fl 3,70 per USD hebben gehad. Een kilo goud koste $640, in guldens was dat dan fl 787 per kilo. We moeten echter ook de waarde van de dollar ten opzichte van de gulden kennen. Met wat nattevingerwerk denken we dat de werkelijke, intrinsieke waarde van de gouden rijder tussen en 12,60 en 13 gulden lag, wat neerkomt op een ‘sjoemelfactor’ van een kleine 10 procent. Door de goudkoppeling waren de wisselkoersen destijds vrij lang stabiel. Dat de bevolking erin trapte blijkt uit het feit dat er al snel ook halve gouden rijders werden geslagen met de waarde van 7 gulden. In de loop van 1764 liep de goudprijs echter op. De Gouden Eeuw deed de vraag toenemen en het slaan van deze munten was voor de overheden niet meer rendabel en kwam definitief tot een einde. De munten verdwenen uit de omloop, omdat ze werden achtergehouden door slimme mensen. De intrinsieke waarde was inmiddels immers hoger dan de nominale waarde. Veel gouden rijders hebben slechts kort gecirculeerd, met name de na 1760 geslagen exemplaren.

Metaal

Goud

Gehalte

999/1000

Gewicht

1 Oz (31,1 g)

Diameter

38,61 mm

Kwaliteit

Proof

Oplage

max. 250